Zing, mijn ziel, voor God uw Here,
zing die u het leven geeft.
Zing, mijn ziel, uw God ter ere,
zing voor Hem zolang gij leeft.
Ziel, gij zijt geboren tot
zingen voor de Heer uw God.
Heil wien Jakobs God wil bijstaan,
heil die God ter hulpe riep.
Want zijn heil zal niet voorbijgaan,
God is trouw aan wat Hij schiep.
Wat in hemel, zee of aard
woont, is in zijn hand bewaard.
Stilte – Bemoediging en Groet
Voortzetting openingslied: Psalm 146: 4 en 5 (NPB)
4. Hij doet recht en zal bevrijden
wie niet weet wat vrijheid is,
voedt royaal wie hongerlijden,
redt uit de gevangenis.
Blinde ogen opent Hij;
wie gebukt gaat, staat Hij bij.
5. Hij beschermt de vluchtelingen,
heeft wie eerlijk leven lief.
Weduwen zien zegeningen,
wezen geeft Hij perspectief.
Maar de levensweg loopt dood
van wie doen wat Hij verbood.
Gebed van ontferming
Glorialied: Lied 305 Alle eer en glorie
Alle eer en alle glorie
geldt de luisterrijke naam!
Vier de vrede die Hij heden
uitroept over ons bestaan
Aangezicht vol van licht,
zie ons vol ontferming aan!
Alle eer en alle glorie
geldt de Zoon, de erfgenaam!
Als genade die ons toekomt
is Hij onze nieuwe naam.
Licht uit licht, vergezicht,
steek ons met uw stralen aan
Alle eer en alle glorie
geldt de Geest die leven doet,
die de eenheid in ons ademt,
vlam, die ons vertrouwen voedt!
Levenszon, liefdesbron,
maak de tongen los voorgoed!
Gebed
Inleiding op de dienst
1ste lezing uit Psalm 138
Zingen: Ps. 138: 3 (NPB)
3. Als ik in groot gevaar verkeer
helpt U mij, HEER, te overleven.
U redt mij van de tegenstand;
uw rechterhand zal redding geven.
Bij U is rust en veiligheid.
U laat altijd uw liefde blijken.
Uw werk voor mij, HEER, wordt voltooid.
Ik bid dat nooit uw trouw zal wijken.
2de lezing uit Lucas 11: 1-13
Zingen: Lied 942: 2 en 3 Ik sta voor u in leegte en gemis
Mijn dagen zijn door twijfel over mand,
ik ben gevangen in mijn onvermogen.
Hebt Gij mijn naam geschreven in uw hand,
zult Gij mij bergen in uw mededogen?
Mag ik nog levend wonen in uw land,
mag ik nog eenmaal zien met nieuwe ogen?
3 Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft
dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede.
Open die wereld die geen einde heeft,
wil alle liefde aan uw zoon besteden.
Wees Gij vandaag mijn brood zowaar Gij leeft.
Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.
Vader, die woont in hemels licht,
uw rijk geeft liefde een gezicht
uw naam is waard de hoogste eer!
Wij bidden om een ommekeer:
wek doden op, maak armen rijk,
laat komen Heer, uw koninkrijk.
Uw wil geschiede, goede God
laat ons niet over aan ons lot,
bewaar de aarde voor de dood
en geef van dag tot dag ons brood.
Vergeef als wij: laat uw geduld
steeds groter zijn dan onze schuld.
Leid ons niet in verzoeking Heer,
Verlos ons, maak ons meer en meer
tot mensen aan uw beeld gelijk
want u behoort het koninkrijk,
de kracht, de hoogste heerlijkheid
nu en in alle heerlijkheid.
Aandacht voor de kinderen
Aandacht voor de gaven
Slotlied: Ga dan op weg (mel. Lied 868)
Ga dan op weg
en laat hoop en verwachting je leiden
ook al zijn pijn en verdriet
door geen mens te vermijden
wees niet bevreesd
ga en vertrouw op de Geest
die je van angst zal bevrijden
Ga dan op weg
en ontmoet op je reis medemensen
geef aan een ieder
al wat jij jezelf toe zou wensen
dan onder ’t gaan
zul je de ander zien staan
en overschrijd je je grenzen
Ga dan op weg
en schud af al je twijfels en zorgen
ga en ontdek wat vandaag
nog voor jou is verborgen
hou op het licht
altijd je ogen gericht
dat zal je kracht zijn voor morgen.